rijschool starten uitbaten 10

Rijschool starten: aan welke voorwaarden moet je voldoen?

Om een rijschool op te zetten en te runnen, moet je ten minste één vestiging en één lesvoertuig hebben. Voor categorieën A, C, D, E en G is een oefenterrein vereist. Je mag ook rijinstructeurs in dienst nemen. Bekijk welke eisen hiervoor gelden.

Eisen voor je vestiging

Je rijschool moet minimaal 1 vestiging in België hebben. Per rijschool mag je meer dan 1 exploitatievergunning hebben. Elke vestiging beschikt over minstens 1 ontvangstruimte en 1 leslokaal.

Ontvangstruimte

De ontvangstruimte beschikt over:

  • afsluitbare toiletten die voldoen aan de wettelijke hygiëne-eisen
  • een administratief gedeelte
  • per 10 leerlingen een computer met meerkeuzevragen over het theorie-examen. Tijdens de openingstijden van je rijschool mogen je leerlingen die computers vrij gebruiken.

Lesruimte

De lesruimte biedt plaats aan minimaal 10 leerlingen. Deze 4 items zijn er aanwezig:

  • materiaal voor het geven van presentaties
  • borden en didactische schema‘s
  • maquettes met de belangrijkste onderdelen van de voertuigen waarover je lesgeeft
  • de meest recente regelgeving over de lesstof.

Algemene bepalingen

Elk lokaal moet voldoen aan de hygiënische voorschriften voor openbare ruimtes.

Je mag je lesruimte laten gebruiken door verschillende vestigingen en rijscholen.

Je mag je lokalen niet inrichten in een woonruimte of drankgelegenheid.

Eisen voor je oefenterrein

Voor de praktijklessen van categorieën A, C, D, E en G heeft je rijschool minstens 1 oefenterrein nodig. Je moet ervoor zorgen dat onbevoegden het terrein niet kunnen betreden. Je mag het terrein door andere vestigingen en rijscholen laten gebruiken.

  • Je mag elk privé- en openbaar terrein gebruiken, ook als je er geen eigenaar van bent.
  • De grondbedekking is stevig en stabiel, en geschikt voor de voertuigen waarvoor je erkend bent.
  • Er mogen geen stenen, bladeren of materialen op liggen die ongevallen kunnen veroorzaken.
  • Tijdens de praktijklessen zijn 3 items altijd aanwezig:
    • een brandblusser van minstens 5 kg
    • een stof die olie absorbeert
    • een EHBO-doos.

Uitrusting

Afhankelijk van de voertuigcategorie moet je je terrein anders uitrusten.

Categorie A

Uitrusting:

  • radio-installatie voor elke motor
  • kegels
  • stopwatch
  • telefoon, mobiele telefoon of smartphone

Categorie C en D

Uitrusting:

  • bakens
  • stoepranden
  • kade

Categorie E

Uitrusting:

  • stoeprand van 15 cm hoog en 30 meter lang
  • bakens
  • verhogingen
  • doorlopende witte lijn van 50 meter

Categorie G

Uitrusting:

  • kegels
  • verplaatsbaar hek

Tijdens de praktijklessen mag je de uitrusting voor een bepaalde lescategorie voor maximaal 2 voertuigen tegelijk gebruiken.

Geef je les na zonsondergang? Dan moet het terrein een vaste lichtinstallatie hebben die je leerlingen in staat stelt om de manoeuvres veilig uit te voeren.

Eisen voor je lesvoertuigen

Is je rijschool erkend voor categorie A? Dan moet je minstens 1 voertuig van de categorie AM en minstens 1 motor van de categorieën A1, A2 en A hebben die uitgerust zijn met een goedgekeurde radioverbinding voor rijlessen op de openbare weg.

De gedetailleerde eisen waaraan het voertuig van elke categorie moet voldoen, vind je terug in artikel 18 van het koninklijk besluit over rijscholen.

Ook de voertuigen die je gebruikt om je leerlingen het praktijkexamen te laten afleggen, moeten aan voorwaarden voldoen:

Je verzekert elk voertuig voor:

  • burgerlijke aansprakelijkheid van de leerling, als bestuurder én als passagier
  • schade aan de leerling of zijn bezittingen.

Van elk voertuig bewaar je een kopie van het inschrijvingsbewijs en het geldige keuringsattest.

Eisen voor je instructeurs

Je instructeurs:

  • hebben een brevet en een instructietoelating van de categorie waarin ze lesgeven
  • hebben nooit een veroordeling opgelopen
  • zijn niet vervallen van het recht om een motorvoertuig te besturen
  • hebben voor brevetten II, III en V minstens 3 jaar een rijbewijs geldig voor categorie B; of, voor instructeurs van brevet IV voor de categorieën AM, A1, A2 en A, een rijbewijs geldig voor categorie A
  • hebben voor brevet V een rijbewijs geldig voor de voertuigcategorie waarin ze lesgeven
  • hebben een bewijs van medische rijgeschiktheid (niet voor theorielesgevers)
  • mogen niet werken als tolk bij theorie-examens, als controleur bij een keuringscentrum voor voertuigen of als controleur van rijscholen.

Al je instructeurs moeten elk jaar minimaal 12 uur bijscholing volgen. Elk jaar voor 31 maart geef je via www.mow-contact.be door welke bijscholingen je instructeurs het voorafgaande jaar gevolgd hebben. Van de bijscholingsattesten die ze krijgen, maak je kopieën die je 3 jaar bewaart.